Pages - Menu

maandag 25 mei 2009

Bijnamen

In het Profwielerpeloton zijn veel bijnamen. Denk maar aan "De Kanibaal", die naam kreeg Eddy Merckx omdat hij alle tegenstanders opvrat. Of "De Das" die met weinig woorden het peloton beheerste.

Ook het Wielertoeristenpeloton heeft zijn bijnamen. Denk maar aan "De Dokter" zie zoveel poedertjes thuis heeft dat het verdacht is als je bij hem in de buurt komt. Of "TGV", die fietst zoveel kilometers dat menig autobezitter steeds aan een grote beurt denkt. "De Professor" die erg verward op zin fietst zit. Ook hebben we nog "De Zeurpiet" als er drie bochten linksaf in honderd meter zitten hoor je hem alweer zeuren. Of "De Mol". Steeds duikt hij tijdens een tocht weer op, door een weggetje te nemen die niemand kent weet hij steeds weer vooraan te raken.

Tenslotte, wellicht het meest besproken figuur: "De Losser". Steeds sluit hij weer aan bij het peloton. Verteld alle nieuwelingen hoe je moet fietsen en weet altijd waar we heen gaan, maar het komt nooit uit. Zijn bijnaam heeft hij verdient aan het feit dat hij voorin het peloton begint en dan langzaam en zeker steeds meer achterin terechtkomt en tenslotte via de achter deur de groep moeten laten gaan. Dit gebeurd niet één keer, dit gebeurd iedere keer en toch sluit hij weer aan: De Losser. Ik vermoed dat er voorrijders zijn die vooraf een punt in hun hoofd hebben waar de Losser eraf moet en daarover een weddenschap met hun medekompaan over afsluiten.

vrijdag 22 mei 2009

Rondje Vlaanderen

Hemelvaartsdag 2009. 's-morgens om 7 uur verzamelde we bij het oude vertrouwde plekkie. Martijn, die de auto van zijn vader had geritseld, Koen, die door Cindy lief werd gewekt van : Had jij vandaag niet wat? en mijn broer Eelco, die na het fietsseizoen zijn racefiets v=bij Remco had gebracht en nu op de MTB meeging. Na het opladen van de fietsen, je moet weten dat het altijd weer wat puzzelwerk is, gingen we op Oudenaarde (OVL) aan.

Na een voorspoedige reis kwamen we knap twee uur later in het Oost Vlaamse Oudenaarde aan, het hart van de Vlaamse Ardenne. Na wat omkleedwerk op een parkeerplaats gingen we langs het "Centrum Ronde van Vlaanderen" voor een kaart van de te fietsen route. Op de markt dronken we eerst nog een bakkie koffie, tussen de marktgangers, Luikse wafels, Frieten Kippenpoten en de vele glazen bier (let wel, het is nog geen tien uur in de ochtend).

Met de cafeïne in ons lijf gingen we op voor de Oranje lus. Deze lus van zo'n 72 km met o.a. de Oude Kwaremont, Paterberg en Koppenberg is één van de drie lussen door de Vlaamse Ardennen over het parcours van de vele Vlaamse voorjaarsklassiekers. Bij het uitrijden van Oudenaarde werden we al meteen verwend met een mooi stukkie langs de Schelde. Bij Kluisbergen doken we via de Kluisberg Walonië in om achterlangs de Knotkteberg te nemen, daarmee hadden we ook het slechte wegdek achter ons gelaten. De afdaling naar Berchem, langs "de grote baan" was dan niet spectaculair maar werd wel zo gemaakt door één of andere hannes die ons inhaalde over de vluchtstrook en vervolgens weer achter ons hing.....

Vanaf Berchem begon het echte werk, de Oude-Kwaremont. Langs een mooi landweggetje, wat rustig omhoog ging kwamen we op de eerste strook van de dag. Stuiterend en hobbelend werkte we ons een weg naar boven. Koen wist het weer: Kasseien zijn alleen leuk op teevee.

Na deze klim reden we langs het monument van Karel van Wijndaele, de oprichter van de Ronde van Vlaanderen op Ronse aan. Door een buurtje wat een beetje aan een achterstandswijk deed denken beklommen we de Kruisberg, niet extreem zwaar, maar de kasseitjes hobbelde wel aardig. De volgende helling, de Hotond is wellicht geen zware jongen, maar met zijn 158 meter wel het hoogste punt van de Vlaamse Ardennen.

Nu was het gedaan met het simpele werk. De Hellingen en kasseien volde elkaar in hoog tempo op. Via een smal, maar mooi geasfalteerd weggetje daadel we af naar de Paterberg, kort maar krachtig! zeker gezien het feit je in de afdaling scherp rechts ging en meteen mocht blokken, ik was meteen verliefd. Na de top ging het op de Koppenberg aan. Een beetje onbewust werkte ik de klimaf, dat kwam meer omdat de straat Steengat heet en er een gezin de berg ging afdalen. Op de top stond een man aardbeien uit te delen voor de noeste arbeiders op het stalen ros.

De Koppenberg werd snel opgevolgd door het trio Mariaborrestraat, Steenbeekdies en Stationsberg. Bij elkaar goed voor 3.200 meter kasseien, inclusief klim en afdaling. Het eerste stuk, de Mariaborrestraat ging wel lekker, tegen de 50 km/u gingen Eelco en ik ervandoor, Koen liet het meteen al lopen, Martijn waagde nog een poging. In de klim van de Steenbeekdries kwam Martijn ons voorbij, maar de afdaling van de Stationsberg was voor mij, Eelco nam een poging hier foto's te maken wat een mooi plaatje van kasseien opleverende. Koen raapte nog een zadeltasje op die van Martijn bleek te zijn en ik kwam erachter dat ook mijn zadeltasje het begeven had. Dit was de enige schade die we deze dag hadden.

Nu volgde nog de Taaienberg die met zijn 15% echt taai was en de Eikenberg die met de tussengelegen asfaltstukken goed te doen was. Moe en voldaan reden we terug naar Oudenaarde waar we voor € 2,00 konden douchen in het Centrum RVV, we aten kabab en andere Egypische maaltijden op weer op kracht te komen.
Al met al een mooie dag, welke we 20 juni weer gaan herhalen!