Pages - Menu

vrijdag 19 februari 2010

Cauberg Classic

Het was ergens eind jaren negentig toen ik een artikel las over de Cauberg Classic. Een cyclosportief over het parcours van het dat jaar gereden WK op de weg. Zondagochtend vroeg vertrokken we met een aantal junioren richting het zuiden. Aangekomen in Valkenburg zochten we de permanance op waar de inschrijving alles behalve vlot verliep. We namen het voor lief omdat het het eerste jaar was dat deze rit werd georganiseerd en wij het gewoon een leuk iniatief vonden. Na het grote omkleedritueel togen we naar de start waar we een aantal bekende toerders ontmoete.



We gingen klaar staan voor de start, hoewel het nog onduidelijk wwas welke kant we op gingen zoadt menigeen veerkeerom in het startvak stond. Het startschot werd gegeven en we gingen op pad. Koud reden we vrijwel direct de Cauberg op. In het peloton zat een man, of beter een oudere man die naar mijn menig Briek Schotte nog had leren fietsen bij wijze van spreken. Deze man reed, alsof er niets aan de hand was, op zijn grote plaat de Cauberg op. Hierop werd hij door vele aangesproken, maar aan het dialect te horen kwam hij uit de streek en wist hij eenieder te vertellen dat we niet zo moesten zeuren, hij reed tenslotte al jaren zo.

Boven op de Cauberg aangekomen mochten we onder politiebegeleiding dalen over de provinciale weg naar Maastricht. In Maastricht aangekomen was het door een woonwijk 2 keer linksaf voor de volgende klim, de Bemelerberg. Deze klim was een stuk makkelijker, alleen het bochttje bij het hotel was effe aanpoten. Maar omdat we nog geneutraliseerd reden kon je rustig aan doen. Over het plateau ging het richting Margraten en Sibbe om vandaar weer te dalen naar Valkenburg. Daar begonnen we aan ronde 2. Het zelfde rondje door de zelfde nauwe straatjes. Een enkeling had hier niet opgelet want bij één versmalling lagen een aantal fietsers op de grond. De wedstrijdlleider, die boven een auto uitstak en ons met fluitsignalen attendeerde op gevaren en richtingsverandering had het druk. Zo druk dat zijn fluit eigenlijk continue ging. Wim vroeg zich af of de beste man niet beter die fluit kon inslikken, hij was het gefluit al zat. Eelco gaf aan dat dit geen juiste oplossing was, bij iedere ademhaling zou je de fluit horen. De remedie zou zijn de fluit af te pakken.

We naderde weer Sibbe. Nu zou de wedstrijd pas beginnen. In de afdaling werd ik door Eelco naar voren geloost en aan de voet van de Cauberg zat ik goed vooraan. Één van de deelnemers reed helemaal links van de weg en had alleen oog voor zijn voorwiel. Hierdoor zag hij een auto, die door de politie aan de kant was gezet over het hoofd. Zijn Classic zat er op, en voor zijn voorwiel kon hij naar de fietsenmaker.

Eenmaal op de top was het vol gas dalen naar Maastricht. Ik zat zo'n 100 meter achter de kopgroep waar ik Martijn in zag zitten. Het dalen was nog knap lastig. De wind stond er vol op kop waardoor het dichtrijden niet lukte. met steeds kopgroep in het vizier maar onbereikbaar reed ik de Bemmelerberg op. Nu ging het direct naar Sibbe. Op het plateau reed de kopgroep steeds verder van me weg terwijl de achterdeur goed open stond. Stuk voor stuk haalde ik lossers in en nam in volle vaart de afdaling naar Valkenburg. Beneden aangekomen stond er behoorlijk wat publiek aan de kant, maar het mooiste was dat het kruispunt was afgsloten. De bekende put ontwijkend ging ik op voor de laatste keer Cauberg.

Boven aangekomen moesten we nu rechtsaf, weer dalen. Later hoorde we van Frans dat hij daar werd voorbijgegaan door een gozer die vergat dat er een bocht was en zo het terras van het hotel op reed. Op onze vraag wat hij daar bestelde wist Frans ons geen antwoord te geven.

Via Houthem ging het weer op Valkenburg aan. Ik wist er nog enkele achterblijvers in te halen en kwam uiteindelijk anderhalve minuut na de winnaar aan. Voor de streep moest ik nog een sprint afwerken tegen een gozer die vermoedelijk zo vermoeid was dat hij uit zijn pedaal schoot en een toontje hoger zong.

Voldoen zocht ik de Junioren op. Eigenlijk zaten we lekker dicht op elkaar.Ook de toerders stroomde langzaam binnen en de sterke verhalen konden beginnen. Bij de finish was een soort markt ingericht en hier ontmoette we een benkende stand met een soort massage apparaten. We besloten het en groupe uit te proberen met positief resultaat.Met frisse benen stapte we weer in de auto voor de terugreis. We waren weer een ervaring rijker.

zondag 14 februari 2010

Smidskade

De Smidskade. Onlangs zag ik hem op tv bij een natuurprogramma. De programmamakers hadden alleen oog voor de volgels op de Langeraarse plassen. Ik had meer oog voor het pad. Slechts een centimeter of 40 breed, langs de plassen waar je een prachtig uitzicht hebt over het water met daaraan de het Dorp Langeraar waar de kerktoren hoog bovenuit steekt. Altijd leuk om overheen te fietsen. Daarom had ik dit pad eens opgenomen in een fietstocht. D'r werd nog lang over gesproken. Niet zozeer over de omgeving, de meeste deelnemers hadden meer oog voor hun voorwiel of ze dat nog op het pad wisten te houden. Waar ook over gesproken werd waren de schapen die er liepen. Deze hadden hun behoeften gewoon laten lopen. Maar het mooiste zijn nog wel de hekken. Met een racefiets kan je er zo doorheen, aan iedere kant heb je nog een centimeter speling tussen de palen. Hybrides en MTB's leveren meer problemen op, die moeten over de ruim 1,50 meter hoge palen getild worden.


Paadjes weergeven op een grotere kaart

maandag 1 februari 2010

Eigen rondje

Bij de A-groep is er altijd een ritueel voor vertrek. Eerst een discussie over de te volgen route. Er zijn een paar vaste rondjes, zo is er een rondje Kaag, of een rondje Waterweg. Meest tot de verbeelding spreekt misschien wel het "Eigen Rondje". Dit rondje gaat veel over rustige wegen en vrije fietspaden zodat er lekker doorgereden kan worden. Dan volgt de discussie over de snelheid, meestal is er de opmerking "wel rustig beginnen".

Als de groep dan vertrekt voor "eigen rondje" gaat het eerst over de Voorweg. Daar gaat het tempo, omdat de weg zo lekker breed is, over de 35 km/u op Leidschendam aan. Hijgend maar goed opgewarmd fietsen we dan langs de Vliet naar Leiden. Als het niet al te druk is loopt hier het tempo ook op naar 40 km/u. Eenmaal bij Leiden gaat het er wat rustiger aan toe, althans als je geluk heb dan. Eenmaal voorbij de Heineken Brouwerij gaan alle remmen los. Als een stelletje losgeslagen idioten stormen we op Alphen aan. Met goed geluk steken we halverwege nog een proviniale weg over om het vervolgens in Alphen, min of meer gedwongen, rustig aan te doen.

Na Alphen volgt een mooi viaduct over de N11 waar altijd lekker wordt doorgetrokken. Dan volgt er een weg waar je zelfs met een Tourpeloton alle ruimte hebt om lekker breeduit te rijden. Ongemerkt paseren we het  dorpje Tempel om bij de A12 aan te komen. Vanaf hier gaat het over het vrijliggende fietspad richting knooppunt Gouwe. Het wegdek is hier soms zo verzakt dat je bij sommige bruggen gewoon wordt gelanceerd.

Na het draai en keerwerk van de Coenecoopbrug ghaat het in vliegende vaart langs de A20 richting Nieuwerkerk. Hier naderen we een laagtepunt, het laagste punt van Nederland. Daarna naderen we Nieuwerkerk aan den IJssel. In het verleden barstte hier een partij sprintgeweld los. Dat was nog met de junioren. Toen hadden we een sprintklassement waarbij de winnaar zoveel punten kreeg als er letters waren in de plaatsnaam. Door hier de sprint te winnen kon je nog wel eens het dagklassement winnen.

Na Nieuwerkerk rijden we dan op Zevehuizen aan, daar ben je dan altijd doorheen voor je er erg in hebt. Langs de Rottemeren rijden we naar de A12. Op het fietspad langs het spoor gaan we naar Zoetermeer. In het verleden moesten we nog stoppen de verkeerslichten van de provinciale weg, maar tegenwoordig kunnen we er doordenderen. Door een weerwar van tunnels kan de finale nu plaatsvinden op het noordelijke fietspad van de A12 of zelfs via Kruisweg en Benthuizen ergens bij het Noord-Aa en dat allemaal non-stop.

Helaas is het nog even wachten op "eigen rondje". Pas als de zomertijd is ingegaan kunne we los. Ik verlang er nu al naar, laat het maar weer komen ik heb er zin in.