Pages - Menu

woensdag 19 mei 2010

De Gouden Flandrien, het verslag


Afgelopen zondag was het zover, de Gouden Flandrien. Samen met Eelco begaf ik me 's-morgens vroeg over een uitgestorven snelweg langs Rotterdam, Antwerpen en Gent op Oudenaarde aan. Na slechts 2 uur kwamen we in Oudenaarde aan en begaven ons naar het Centrum Ronde van Vlaanderen waar het hoog tijd was voor een een goeie bak Illy. Natuurlijk was ook Freddy Martens aanwezig.


De Gouden Flandrien is de beste manier om te weten hoe het voelt om de Ronde van Vlaanderen te rijden. Om het makkelijk te maken zijn er vanuit het Centrum Ronde van Vlaandern in Oudenaarde drie lussen uitgestippeld langs bekende en minder bekende hellingen en kasseistroken uit de Ronde. De trajecten zijn volledig bewegwijzerd, met zeshoekige bordjes. 


De Oranje lus (72 km) is de kortste, maar zwaarste, met nijdige hellingen als de Kluisberg, Oude Kwaremont, Paterberg, de beruchte Koppenberg, Steenbeekdries, Taaienberg, Eikenberg....


Echte fanaten kunne de drie lussen combineren tot een monstertocht van 260 km. dat is even lang als de wedstrijd zelf, maar nog een pak lastiger. Hier is immers geen sprake van een vlakke aanloop, maar duik je meteen het heuvelachtige decor van de Vlaamse Ardennen in! Goed voor maar liefst 26 hellingen en 30 kasseistroken. Wie dat voor elkaar krijgt mag zich een echte (Gouden) Flandrien noemen!
Omdat we dit nog iets te veel van het goede vonden besloten we ons slechts aan 2 lussen te wagen.

Blauwe lus (75 km)
De Blauwe lus is de meest noordelijke lus. Je krijgt een aantal stevige kasseistoken onder de wielen geschoven, zoals die van Wannegem-Lede, de Paddestraat, de Lippenhovenstraat en Kerkgate. De Molenberg en de Wolfsberg zijn hier de moeilijkste hellingen.We vertrokken vol goede moed in de richting van Nokere. Bij het uitrijden van Oudenaarde reden gingen het over rustige, geasfalteerde wegen door de velden op Nokere aan. Er was nog niets merkbaar van de hel die ons te wachten stond.

10 km - Nokereberg (350 m, 7% max, 5,7% gem)
Bij het inrijden van het dorp kwam alles bekend voor van de TV,  de helling las ons al op te wachten. Steil is deze helling niet, en de steentjes liggen er keurig bij, een mooi opwarmertje eigenlijk.

14 km - Wannegem-Lede (1.900 m)
Hier kwam de eerste echte strook aan bod, de Huisepontweg. Bij het uitrijden van het dorp lette we alleen niet goed op en sloegen links af een verkeerde route in. Gelukkig hadden we onze fout snel door en keerde om, om snel de juiste route te volgen. Deze strook lag er keurig bij en stelde niet echt veel voor. Bekend is wellicht de molen die langs deze weg staat. Snel kregen we Doorn voor onze kiezen, hier lagen de stenen al een stuk schever.

Na Den Ast, een mooie klim, maar niet echt zwaar. De afdaling bracht ons een verassing, een mooie kasseienstrook, hoewel het de bedoeling was dat je het mooie geasfalteerde fietspad nam wat ernaast lag...denk ik.

Door het beroemde dorpje Munkzwalm reden we op Roborst aan daar begon de ellende.

39,6 km - Paddestraat (2.400 m)
De Paddestraat is misschien wel de meest verschrikkelijke stroken. Stenen die schots en scheef liggen, een straak waar je het beste in het midden kan rijden en een weg die nog gemeen omhoog loopt. Dit was genieten. Dat het een monument is blijkt wel uit de vele borden die langs de weg stonden zoals "Stenen liggen zwaar op de maag" of de borden met karikaturen van enkele wielrenners.
Aan het einde van de strook was de eerste bevoorrading. Het assortiment was goed te noemen. 2 soorten sportdrank, bananen, rijstevlaai, chocolade, krenten en zo meer wat je nodig hebt om weer op krachten te komen.






41,2 km - Lippenhovenstraat (1.200 m)
Na de Paddenstraat heb je geen rust, we kregen meteen de 1.200 meter lange Lippenhovenstraat te verwerken. maar daarna kregen we rust. Even geen stroken of hellingen meer. Hoewel de weg steeds licht op en af ging, was het nu makkelijk fietsen. 


58,2 km - Molenberg (460 m, 14,2 % max, 7 % gem)
Net voor de Molenberg kwamen we in eengrote groep terecht. We hadden er al vele zien rijden, meestal met erachter een volgauto, iets wat in België de gewoonste zaak van de wereld is. De voorrijders lette even niet op en schoten zo de Molenberg voorbij. Dit was wel ons geluk, snel schoten we rechtsaf en zagen in een flits een bordje smet de aankondiging van de Molenberg staan. Gelukkig, want ik kon nog snel schakelen. De Molenberg liet meteen zien waar hij toe in staat was met zijn 14% en kasseien. Voor ons stapte een man af die het met zijn triple en een groot blad achter niet meer kon bolwerken. Wij reden eigenlijk relatief makkelijk omhoog. We haalde nog een dame op leeftijd in die, hoewel het niet van zelf ging, wel omhoog fietste.


63,1 km - Kerkgate (3.000 m)
Na een mooie afdaling sloegen we linksaf en was het de beurt aan de Kerkgate. Met zijn zijn 3 km de langste strook in de tocht. En niet overal lagen de stenen er even recht bij, maar zo erg als de Paddestraat was het niet. Aan het einde was het wel even bijkomen, maar daar was tijd voor want er volgde een afdaling.


68,2 km - Wolvenberg (800 m, 17,2 % max, 4,7 % gem)
Misschien wel een hele onbekende helling, maar bij mij staat hij in het geheugen gegrift. Met 17% was het meteen zwoegen, wel over asfalt, maar toch, hij deed de benen goed pijn.


75,8 km - Oudenaarde
De eerste lus zat erop. Inmiddels was het bij het Centrum Ronde van Vlaanderen een stuk drukker geworden. Een Westlander sprak ons nog aan over het feit dat hij trots was dat we op Duell fietsen reden. Tja die Stalen Jannen zijn nou eenmaal gemaakt voor dit soort werk. Terwijl wij netjes aan de koffie zaten, namen de zuiderburen om ons heen genoegen met de donkere pinten. Na het aanvullen van de voorraad gingen we naar de auto. Het was de hoogste tijd om om te kleden. Het "Ochtendgrijs" had ruimte gemaakt voor een zonnetje. Tijd voor de korte broek en armstukken. De wind uit het westen was behoorlijk toegenomen, daar zouden we straks nog een hoop lol van hebben




Groene lus (90 km)
De Groene lus brengt je over de finale van de Ronde. De route voert langs hellingen als de Varentberg, het Foreest, Valkenberg, ten Bosse en uiteraard De Muur en de Bosberg


77 km - Achterberg (1.300 m, 11% max, 5% gem)
We waren Oudenaarde nog niet uit of de eerste helling diende zich al aan, de Achterberg. Niet meteen lastig, maar wel wanneer je koud bent. Eenmaal boven reden we eenstuk op de grote baan, doken een zijweg in waar de top van de Eikenberg lag, deze lieten we verder rechts liggen, maar de steentjes namen we nog wel even mee. Nu zaten we in het Maarkedal. Dit is een prachtig gebied met opvallend goede wegen


80 km - Kapelleberg
Op de Kapelleberg haalde we een koppel Belgen in die, waarvan er één vroeg of we haast hadden. Gevat antwoordde we dat de piepers thuis al op het vuur stonden. In de afdaling naar Schorisse werden we door de twee weer bijgehaald onder het mom van ;"Hier zijn we wel goed in". Een kort moment van niet opletten deed ons verkeerd rijden, we kwamen steeds dichter bij Ronse. Een blik op de kaart leerde ons dat we in Schorisse linksaf hadden gemoeten. Wat beaamd werd door één van de twee belgen, hij had een bordje zien staan.


90 km - Varentberg (800 m, 13% max, 6,1% gem)
Terug in Schorisse sloegen we rechtsaf. De Varentberg stond nu op het menu. De twee belegen lieten we nu achter ons. In snel tempo werkte we de volgende 2 hellingen ook af, de Foreest en Steenberg.


100 km - Haaghoek (2.000 m)
In het dorpje Sint-Kornelis-Horbeke sloegen we rechtsaf. Nu was het de beurt aan misschien wel een andere bekende kasseienstrook, De Haaghoek. Het eerste stuk daal je behoorlijk af, ik wist daar met gemak de 50 km/u aan te tikken. Opvallend is dat je van de kasseien geen last meer hebt, je vliegt er als het ware overheen. Het tweede deel is een serieuze klim, die niet als zodanig in de boeken staat.


102 km - Leberg (1130 m, 13,8% max, 3,1% gem)
Na de Haaghoek sloegen we links af en kregen meteen de Leberg voor onze kiezen die ons naar het hoogste punt van de dag bracht.


110 km - Valkenberg (540 m, 13,8% max, 8,1% gem)
We waren nu in de buurt van Brakel. daar namen we eerste de Valkenberg. Een lastige helling die je door de straten van Brakel omhoog brengt. Maar na ieder klim volgt een afdaling. Ook nu, en nog wel een hele mooie over een brede weg. Zo doken we weer Brakel in. Door het centrum, waar een fan ons nog aanmoedigde, reden we naar de volgende helling.


117 km - Ten Bosse (450 m, 8,7% max, 6,9% gem)
Met de Ronde van Vlaanderen begint het vaak hier, op Ten Bosse. Een rechte klim door de straten van Brakel. Eenmaal boven gekomen volgde een lang stuk over de provinciale weg naar Geraardsbergen. Het laatste stuk werden we weer getrakteerd om een schitterende afdaling waar ik met gemak over de 60 km/u ging. Door het stadje reden we aan op de volgende helling.


127 km - Muur van Geraardsbergen/ Kapelmuur (1.075 m, 19,8% max, 9,4% gem)
Nu kwam misschien wel de meest tot de verbeelding sprekende helling van de dag, de Muur. Niet dat we de echte helling namen (zoals omschreven in het Cot-A-Col boek). We namen de helling net zoals in de Ronde over de Vesting. Daardoor had je op de merkt een stuk om uit te balzen omdat het hier relatief vlak was voordat je de laatste stuk van de muur nam. Eerst rechts het smalle stuk in, en dan met 2 bochten links het steile stuk. Op de top van de Muur gingen we nog rechts voor het stukje Kapelmuur. Eelco kwam als eerste boven zodat hij, met veel kust en vliegwerk, nog een foto van mij kon nemen.
Boven genoten we van het uitzicht over de weide omgeving. We stapte weer op onze fiets en reden verder richting de volgende helling.


131 km - Bosberg (990 m, 11%max, 5,8% gem)
De Bosberg vind ik persoonlijk een stuk lastiger dan de Muur. Wellicht komt het door de lange aanloop op de betonplaten gevolgd door een steil stuk kasseien. Toch viel deze helling goed te verteren. Na de Bosberg reden we door kleine dorpjes op Schendelbeke aan. daar was weer een bevoorrading. Ook arriveerde er het tweede groepje van de 250 km, die jongens deden echt hun best. Achter de bevooradingspost liep de Dender met daarlangs een fietspad waar ik goede herinneringen aan heb. Tijdens onze deelname aan De Gordel "Denderde we daar langs De Dender".


150 km - Eikenmolen (610 m, 12,5% max, 5,9 % gem)
Deze helling stelde na alle geweld deze dag niet veel meer voor, eigenlijk is de naam verkeersdrempel meer op zijn plaats.


159 km - Rekelberg (580 m, 10,9% max, 5,3% gem)
De Rekelberg is een helling die net zou misstaan in de Waalse Ardennen, niet te steil, mooie omgeving, een waar genot. Halverwege stapte Eelco af. Niet omdat het te steil was maar omdat hij iets bij zijn achterwiel voelde. De kasseien hadden toch een slachtoffer geëist in de vorm van een gebroken spaak. Daarom besloten we de laatste kasseienstrook rechts te laten liggen, omdat we deze, de Kerkgate, toch al in het geheel hadden gehad was het niet zo'n ramp. Via doorgaande wegen daalde we af naar Oudenaarde en name daar onze welverdiende bidon in ontvangst. De deelnemers die de 250 km hadden volbracht hadden het recht op een mooi Gouden Flandrien wielershirt. Wellicht is dit voor volgend jaar.

zondag 16 mei 2010

Gouden Flandrien 2


Daar staat wat je moet doen

Gouden Flandrien 2


En ik voor het centrum

Gouden Flandrien 2


Doorn

Gouden Flandrien 2


En nogmaals net Eelco

Gouden Flandrien 2


De strook der stroken "de Paddenstraat"

Gouden Flandrien 2


Met Eelco

Gouden Flandrien 2


Nu dichterbij

Gouden Flandrien 2


Uitzicht vanaf de Kapelmuur

Goudem Flandrien


Daar ligt het CRVV

Goudem Flandrien


Eelco voor voor het centrum

donderdag 13 mei 2010

maandag 10 mei 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

zondag 9 mei 2010

Girokoorts


Nu de Giro d'Italia in het land is lijkt alles wel rose. Inmiddels is de mascotte ook bij ons in huis.

zaterdag 8 mei 2010

Henkie-de-Handelaar


De renners van de Italiaanse ploegen reden zich geconcentreerd op de rollen warm voor de proloog. De blauwe tijdrit Pinalrello's glommen aan alle kanten, zoals dat alleen bij Italianen kan. Tot in alle details hadden, de mecaniciens,  Toni en Mario de fietsen gepoetst. De tandwielen glommen je tegemoet. Antonio. De ploeg hoefde over belangstelling niet te klagen. Vele mensen bekeken de verrichtingen. Ook de ploegleider, Georgio, stond vol trots te naast de ploeg. Georgio glom bijna net zo veel als de fietsen van zijn renners.

Steeds als er een blonde dame langsliep deed met name de kopman, Antonio, een trap extra. Vanochtend had hij zijn benen maar eens extra geschoren. De benenbruiner die Mama had meegegeven bewees zijn diensten. De verzorger, Luigi, had de benen nog eens extra ingesmeerd met olie zodat deze net zo glommen als de fietsen.

Antonio vond het wel genoeg. Hij stapte van zijn fiets en trok zich terug in de bus. Toni haalde de fiets van de rollen, haalde er nog maar eens een doekje langs het blauw Pinarello frame, deed nog een poetsbeurt langs alle Campagnolo onderdelen en zette de fiets tegen de bus.

Henkie-de-Handelaar, een in de buurt bekende zwerver, liep het terrein op waar de wielerploegen waren opgesteld. Met zijn bakfiets, die hij in een verleden eens had geleend, reed hij het terrein op waar de wielerploegen stonden opgesteld. Totaal niet op de hoogte van wat er aan de hand was, keek Henkie-de-Handelaar naar het circus om zich heen. Henkie-de-Handelaar gaf zijn ogen goed de kost, voor het geaval er nog handel was. Zo kwam hij bij de bus van een Italiaans ploeg. Met bewondering keek hij naar de fietsen. Ze glommen alle kanten uit. Henkie-de-Handelaar zag meteen handel. Zo'n karretje zou al gauw € 25 opbrengen bij Gluiperige Gerrit. Hoewel, hij kon zo'n fiets ook voor zich zelf houden. De Bakfiets had hij inmiddels wel gehad, dat ding reed met de dag zwaarder.


Henkie-de-Handelaar de kon zijn geluk niet op. Één van de renners stapte van zijn fiets, terwijl een andere man de fiets zo voor zijn neus stalde. Henkie-de-Handelaar bekeek het karretje nog eens goed.

Het was de hoogste tijd voor Antonio om te starten. Hij stapte de bus uit en liep blindelings naar de plek waar Toni zijn fiets altijd neerzette. In het publiek zag Antonio een hoogblonde dame, terwijl hij naar de dame bleef kijken stapte hij op zijn fiets. Antonio had veel problemen met het inklikken van zijn pedalen.  
Antonio hoopte dat hij geen modderfiguur zou slaan tegenover de blonde dame die met een grote glimlach naar hem keek. Antonio keek vooruit en stond toen oog in oog met een berg afval.

In een steegje, even verderop toonde Henkie-de-Handelaar zijn nieuwe fiets aan Leipe Loek en Dronken Dries.

dinsdag 4 mei 2010

Nieuwe bloeddopingszaak

Als je dit zo ziet dan zou je bijna denken dat er een nieuwe bloeddopingszaak op handen is. Gelukkig is het minder ernstig, ben gewoon bloed aan het geven voor een goede zaak.

Het ventiel

Het is wat jaren geleden. We gingen met de toen beruchte Junioren een trainingsrondje rijden op een zondagmiddag. Dit had veelal iets te maken met Alcohol de dag ervoor. Zo ook deze zondag ergens in september. Het was droog, de zon scheen en er stond een lekker windje. We besloten om naar de duinen te gaan. Via het Buytenpark reden we richting de Meerpolder. Op de dijk zagen we een fietser, met clubshirt, over zijn fiets gebogen staan. Dichterbij gekomen herkende we Jaap. Jaap was ook één van de Junioren, hoewel hij er een beetje bijhing. Zo reed Jaap niet gesoigneerd rond, van van fiets poetsen was weinig sprake. Jaap was druk bezig met zijn achterband op te pompen. Hij keek blij toen we bij hem stopte en vroegen of we konden helpen. Jaap gaf aan dat zijn pomp niet goed was, hij kreeg geen lucht in zijn band. Ik pakte mijn pomp. Toen nog een Zefal XP3, tot op heden de beste pompen die er bestaan, draaide zijn ventieldopje los, waar ik mijn vinger aan brandde. Jaap gaf een kreet van :"Moet je die losdraaien?". Jaap al een kwartier staan pompen op een dicht ventiel. De samengedrukte lucht had het ventiel inmiddels goed heet gemaakt. Na een paar slagen was de band van Jaap weer hard en kon hij bij ons aansluiten.