Een selfie |
Maar laat ik bij het begin beginnen. Het was bij vertrek opvallend rustig in het clubhuis. De "Mannetjes" hadden besloten om niet aan de Hobbeltjestocht deel te nemen. Dat kan ik dan nog wel begrijpen, maar waarom ze dan bij die gare brug moeten starten is me volstrekt onduidelijk. Alleen Frans had wel de moeite genomen om bij het clubhuis een bakkie te doen. Maar goed. We waren nu met een gezellig groepje en gingen klokslag 9 uur op pad. Samen met Pim reed ik op kop. Als opwarmer namen we de Jan Waaijerbrug.
En daarna ging het via de Balijbrug en twee keer over de A4 richting Wassenaar.
Bij het inrijden van Meijendel was het gedaan met de rust.
Na de Kievietsduin en de Piek ging het op Scheveningen aan. Onderweg namen we nog de Koningsberg hoewel men op Strava deze berg de gekste namen geeft.
Op Scheveningen werden in totaal drie beklimmingen afgewerkt, de Scheveningse slag, Seinpostduin en de Zeeweg.
Daarna maakte we een lusje door Belvedere om daarna weer de duinen in te duiken. Wederom via Meijendel en Wassenaar namen we de Muur van Rijkdorp en De Klip naar de koffie. Ik wil hier niet onvermeld laten dat ik hier totaal stilviel. Bij de koffie, met zicht op zee, werd er nog even overlegd waar we #DeLosser precies waren kwijtgeraakt, of waar hij had moeten lossen. Bij de rust werden de meeste beenstukken ook uitgedaan voor we ons opmaakte voor deel twee.
Koffie aan de Wassenaarse slag |
Via Katwijk gingen we naar Noordwijk waar in het bekende buurtje de Hobbels in hoog tempo werden afgewerkt. Dit tempo ging wel ten koste van Peter. Waar hij in het verleden ons ver achterliet moest hij ons nu laten gaan en zagen we hem niet meer terug. Na Noordwijk ging het weer naar Katwijk. Na de overbekende Populierenlaan werd nu ook de Overduin genomen. Deze 12% steile klim kon op de goedkeuring rekenen van de deelnemers.
Daarna werd in hoog tempo de finale ingezet. Voor de tweede keer namen we het duo van De Muur van Rijksdorp en De Klip om via Meijendel weer koers te zetten naar Zoetermeer. Bij het uitrijden van Wassenaar moest ik de groep laten gaan. De te weinig gereden kilometers en een opkomende kramp eiste hun tol. Die kramp werd zelfs zo erg dat bij het oprijden van de Meerpolderdijk mijn benen niet meer konden bewegen en ik van mijn fiets moest springen en ik in de graskant op alle mogelijke manieren de kramp uit m'n benen probeerde te krijgen wat uiteindelijk ook wel lukte en in een slakkengang reed ik naar het clubhuis waar de rest vreemd opkeek dat ik zo laat binnen kwam.
Onder het genot van een drankje werd de tocht geëvalueerd. Waarna ik al wat minder moeizaam naar huis reed om me een beetje op te knappen want deze Hobbeltjestocht had er aardig ingehakt.