Pages - Menu

maandag 13 december 2010

Maandag poetsdag

Altijd leuk en aardig dat fietsen in de modder. Maar de dag erna kan ik altijd weer aan de bak, fiets poetsen. Het is altijd weer alle moed verzamelen om de draad op te pakken en de fiets te gaan poetsen. Het beste is natuurlijk om dit direct na de rit te doen, maar ja dan heb ik ook niet altijd de tijd. Maar als ik eenmaal ben begonnen, valt het eigenlijk wel mee. Na een kwartier is de fiets weer klaar voor de volgende rit, door de modder.

maandag 8 november 2010

Fietsseizoen 2011 is begonnen: mijn 1e jacht zit erop

Gisteren ben ik officieel begonnen met de opbouw van het fietsseizoen 2011. Voor mij personelijk begint mijn seizoensopbouw altijd met de Vossejacht en gisteren was het dus zover. Hoewel het 's morgens behoorlijk hard regende en ik nog twijfelde om wel of niet te gaan wist mijn jagersinstinct me te overtuigen en daar ging ik dan. De regen was inmiddels een stuk minder dus al met al was het allemaal prima te doen.



Aangekomen bij het clubhuis was het nog rustig. Opvallend was wel de aanwezigheid van Frans. Vorige week had hij nog geroepen dat hij zou stoppen met de Vossejacht en zelfs zijn fietsen te koop aangeboden.

Om half tien vertrokken we met slecht 15 man, of meeer bikkels, bij vertrek was het zachtjes regenen opgehouden en had plaatsgemaakt voor hard regenen. De uitzetter van de jacht gaf ons als tip mee om kaplaarsen aan te doen met plaatjes eronder, we zouden het nodig hebben. In een groep reden we naar de start, daar was het even zoeken naar de juiste richting. Door de vele regen waren de pijlen niet al te zichtbaar. Toch waren de uitzetters erin geslaagd een goed te volgen jacht uit te zetten door gewoon veel pijlen te plaatsen. Na wat zoekwerk in de Bergenbuurt en het Westerpark ging het op het fietspad langs de A12 volgas richting Nootdorp. Hier hadden de uitzetters een leuke weg gevonden door het veld. Met nog wat onverhard werk in Nootdorp reden we op Ypenburg aan. Hier begon toch wel het echte werk, paralel aan het spoor door het drijfzand was het ploeteren, maar niet voor niets, daar stond in inder geval een emmer waar je je knijper in kwijt kon.

Even lieten we ons misleiden door een stuk land wat er uitgehaald was. Er jammer, dit stuk leende zich mooie stukken, zelfs een BMX-er zou er jaloers op geweest zijn. nadat we weer op het juiste spoor zaten, kregen we eeen volgend stuk land wat een verassing was. Langs een vaart waarbij je totaal niet meer het idee hebt in een Vinex wijk te zijn was het ploegen en sloeg de groep nu echt uit elkaar. Vervolgens langs TNO waar je elkaar niet kon passeren en de 2 koplopers een groot gat creëerde.

De jacht verliep nu in grote rechte lijnen naar het Balijbos. Daar was de laatste strook die we moesten afwerken, bijna reed ik daar "Hout" zomaar voorbij. Nu waren alle 6 de knijpers op en ging het vol gas naar de Vos, deze stond op het talud van de balijbrug opgesteld, met eerst een sloot te overbruggen. Moe en voldaan deed ik mijn ring om de vos en genoot van de laatste deelnemers die binnen kwamen.

Het gevoel was weer goed, ik kon met de sterkste meekomen, in het veld voelde ik me zelfs de sterkste. Helaas moet ik volgende week verstek laten gaan. Toch maar eens proberen om voor een dagzege te gaan, moet kunnen.

zondag 3 oktober 2010

Vals plat en een gebroken spaak

Vanaf ons vakantieadres in Putten besloot ik afgelopen zaterdag een rondje te gaan fietsen. In tegenstelling tot normaal had ik eigenlijk geen idee waar ik heen zou gaan, het kon alle kanten uit gaan, dat begon eigenlijk al bij het verlaten van het vakantiepark, in plaats van rechtsaf te slaan wat ik in mijn hoofd had ging ik linksaf.
Via Krachtighuizen reed ik op Garderen aan. Langs de molen daalde ik af. Veel mensen hebben het niet door, maar Garderen ligt op een behoorlijke hoogte, aan de westkant gaat het geluidelijk omhoog, de oostkant zie je het hoogteverschil een stuk duidelijker. Niet dat de wegen hier met abnormale percentages omlaag gaan, maar 3% wordt zeker gehaald.

Ik besloot maar weer eens door het gehucht Ouwendorp te rijden, dit is eigenlijk wel het mooiste stukje Veluwe. Via smalle fietspaden door de bossen reed ik richting Kootwijk. Dit zijn echt van die plekken waar je op een mooie zomerdag niet moet komen, nu was er prima te rijden, op een stel hardlopers na kwam ik niemand tegen.

Vanaf Kootwijk reed naar ik via Assel naar Hoog-Buurlo. Inmiddels had ik een een rondje in mijn hoofd zitten. Vanaf Assel de klinkerweg naar Hoog-Buurlo. Dit is lekker pijnelijk, volgens mij gaat de weg hier maxiamaal 5% omhoog, genoeg om pijn te doen aan je benen.

Vanaf Hoog-Buurlo reed ik naar Apeldoorn, na een stukje langs de stad sloeg ik na de Apenheul linksaf naar Hoog-Soeren. Dit is een heerlijke en onbekende klim, eigenlijk zou ik deze klim nog wel eens met de toerders rijden, gewoon om ze te gaan slopen.

Omdat ik het wel welletjes wond sloeg ik hier rechts af en ging richting Uddel. De weg door de heide was een waar genot. Deze weg had ik in tegengestelde richting gereden. Toen vond ik het zwaar, nu begreep ik waarom, het ging heerlijk omlaag. Door de heide reed ik op Uddel aan.

In het dorp sloeg ik rechtsaf richting Elspeet. Een grote knal bij mijn achterwiel bracht onheil. Er bleek een spaak gebroken met een gigatische slag als gevolg. Helaas. Nu was het op mijn gemak weer terug naar Putten, dit was slechts 13 km, dat was nogwel te overzien, maar de slag was van dienaard dat mijn wiel constant tegen de rem aanliep ondanks dat ik de rem helemaal open had staan.

Jammer. Gelukkig kan ik voor morgen een ander wiel regelen zodat ik weer op de fiets naar huis kan. Één troost, na dit weekend zou mijn racefiets mogen genieten van zijn winterslaap.

woensdag 29 september 2010

Hoezo donker....?

Gisteravond hadden we met een groepje afgesproken om nog een uurtje met de MTB te gaan spelen. Zo gezegd zo gedaan. Omstreeks 18.30 stonden we (Hendy, Frans L., Michel, Henk en ondergetekende) bij het clubhuis voor een rondje Buytenpark.
Eerst werd een stukje modderig Buytenpark afgewerkt wat behoorlijk glijen en glibberen was. Na dit eerste stuk waarbij de modder al goed dik op de fietsen zat zochten we de grindpaden op welke in hoog tempo werden afgewerkt.

maandag 20 september 2010

Onze Thier-de-Coo

Als je iets niet hebt dan verzin je het wel. Zo hebben we in Zuid-Holland geen echte klimmen, dus verzinnen ik ze wel en noem ik ze de Hollandse Hobbels. Ik maak een tocht langs 25 van die Hobbels en er rijden jaarlijks ruim 20 man achter me aan die het nog leuk vinden ook. En het mag gezegd worden, zo vroeg in het voorjaar doen die dingen nog pijn aan je benen ook. Toen bij ons het Buytenpark werd aangelegd waren we als Junioren wekelijks te vinden met de MTB. Iedere helling kreeg een naam. Zo hadden we een Haute-Levee, recht en lang omhoog. Of de Wanne, een mooie heuvel die je van diverse kanten kon beklimmen. Maar ook de Thier-de-Coo. In 3 stappen je eigen flink opblazen tot een top. Afgelopen weekend deed ik hem weer eens na lange tijd helemaal. Ik was het niet verleerd, mezelf opblazen, maar ik kwam wel weer fietsend boven. 
Het blijft toch altijd mooi, die Zoetermeerse Ardennen.

vrijdag 13 augustus 2010

Rondje met de MTB

Na lange tijd heb ik gisteren weer eens een serieus ritje met mijn MTB gereden. Doel was dit keer eens te kijken hoe de MTB route "Land van Wijk en Wouden" er bij lag. Begin van de middag reed ik van huis weg, en moest wel weer wennen aan de zachte banden en het (te) lage zadel. Via de Meerpolder reed ik op  het Buytenpark aan. Daar namik eerst het MTB parcours over de heuvels. Ik moet zeggen dat het een eitje is om dit parcours te rijden wanneer je het gewend bent om jarenlang op een crossfiets te doen.

Na één rondje ging ik weer verder op de route door het Land van Wijk en Woude. Het is mooi gedaan van de uitzetters om ook een stukje paralel aan het parcours door het Buytenpark te doen, zo kan je het makkelijk opnemen in de route.

Via de Voorweg volgde ik de route richting Leidschendam. Helaas over asfalt. Maar wellicht dar er in de toekomst de mogelijkheid komt om links door de Nieuwe Driemanspolder te gaan, welke over vijf jaar een recreatiegebied annex wateropslag is. Bij de Kostverlorenweg week ik even van de route af en nam ik de Landscheidingsdijk die er paralel ligt. De hondenbezitters keken wel boos, maar realiseren zich waarschijnlijk dat er langer gefietst wordt op het dijkje dan er huizen staan.

In Leidschendam nam ik nog een klein stukje onverhard als onder de A4 door bent rechts, dit had volgens mij gewoon in de route opgenomen kunnen worden. Na een stuk asfalt kwam de eerste verassing voor mij. Door een stuk bos is een leuk slingerpad aangelegd, je zou het een singeletrack mogen noemen, ik kreeg er zin in. Even verder was een leuk stuk langs de A4 opgenomen, gewoon lekker recht toe recht aan door het rietland en gras.

Na de kruising met de Kniplaan kwam de volgende verassing, rechts de dijk af en weer langs de A4, even verder kwamen de wat bekendere plekken voor mij die ik menig vossenjacht en veldtocht wel had gereden. Ook het stuk land aan de noordelijke kant was ook ook een genot, welke voor mij niet onbekend was. Langs de Vliet ging de route richting Cronesteijn. In dit park waren ook de nodige mogelijkheden benut om er wat leuks van te maken. Wellicht door de werkzaamheden van de A4 was ik ergens van de route geraakt, maar met wat zoekwerk kwam ik er weer op, het zou me spijten als ik dit stuk ook gemist zou hebben. Er zat ook een stuk tussen waar zo dicht langs de slot reed dat je echt niet verkeerd kon sturen, anders was het PLONS!

Het stukje bij De Bult was voor mij vaag, ik vraag me af of hier niet meer te halen viel. Bij Zoeterwoude-Rijndijk kwam ik weer op een oude bekende. Helaas heeft men hier een voetpad aangelegd, vroeger was dit nog een stuk onverhard pad met her en der wat houtsnippers. Ook nabij de Weipoort kwam ik op een oude bekende terecht. Niet helemaal, voor de Weipoortse Zwet ging het rechts het land in en meteen weer rechts het bos in. Vroeger heb ik hier wel eens bovenlangs gereden.

Via de Weipoort en de Geerpolder, ook met weer een leuke verassing, ging het richting de Zoetermeerseplas. Dit stuk had ik al eerder verkend en kon ik blindelings rijden. Het stuk langs het ruiterpad is gewoon zwoegen als je misstuurt en je in het zand terecht komt.

Als afsluiter ging ik nog maar even over het strand naar huis. Al met al hebben de initiatiefnemers leuk gebruik gemaakt van de mogelijkheden. Wellicht hadden ze nog meer in gedachten maar kregen ze hier geen toestemming voor. Al met al best een heftig parcours, ik was best moe na de 50 km die ik had gereden. Misschien maar eens een vuurtje aanstoken voor een MTB route door het Balijbos, Dobbeplas en Delftsehout. De mogelijkheden zijn er, en met een doorsteek via het Westerpark heb je meteen een verbinding tussen de 2 routes.

vrijdag 30 juli 2010

Op pad met de Vutters.

Iedere woensdag rijdt een groepje Vutters, gepensioneerde en uitgewerkte hun wekelijkse rondje. Omdat ik vakantie had besloot ik een keertje met de mannen mee te gaan. Aangekomen bij de verzamelplaats werd het langzaam drukker. Van alle hoeken en gaten kwamen de mannen aanrijden en werd ik als gastrijder hartelijk welkom geheten. Negen uur, normaal tijd voor vertrek, vandaag niet. D'r was nog een discussie gaande , welke eerst afgerond moest worden voordat we konden vertrekken. Toen werd er heen en weer gevraagd waar we heen gingen. Rob M. had al wat in zijn hoofd omdat ik nieuwsgierig was sloot ik aan.



Langs Noordhove en Oosterheem, waar een hondenbezitter het niet nodig vond dat we over het fietspad fietste, reden we op Boskoop aan. Het tempo ging naar de 34 km/u. Omdat het wel erg gemakkelijk ging twijfelde ik eraan of ik d wel de juiste bandenmaat in mijn computer had gezet na het vervangen van de batterij de avond ervoor. Maar later ontdekte ik dat de wind het me zo makkelijk maakte.

Door Alphen en Ter Aar reden we in een lange rechte lijn op Zevenhoven aan. Na een lusje om een polder die langzaam weer onder water gezet word, reden we naar Noordse Dorp. Over het kerkpad door de plas kwamen we in Noorden voor de koffie. Hier bleek een deel van de ploeg de dag ervoor al hier geweest te zijn en werden we door de waard weer hartelijk welkom geheten.
Uitzicht over de Noordseplas

Onder het genot van het mooie uitzicht en sterke verhalen genoten ik van een simpele maar goede bak koffie. Nu was het tijd voor de terugweg. Rob die de avond ervoor ook had voorgereden liet het werk nu over aan wegkapitein Andre.

We namen Andre's ontdekking, de Westveensekade. Helaas namen we niet de Grechtkade-Houtkade maar reden we de gewone weg naar Kanis en Kamerik. Om Woerden heen via Geestdorp en een mooi stukje langs de Oude Rijn. Daar had Wim nog zijn "Schleck" moment, na ruim 39 seconden waren we weer op pad. Het werd het nu echt werken. Langs de A12 tegen de wind in ging het op Papakop aan. Ik moest hier wennen aan de nieuwe situatie maar via de rotonde reden we nu richting Oudewater. Een beetje in de luwte van de bomen en boerderijen rechts van ons. We namen de Ruigeweide, een prachtige weg waar ik in het verleden eens in een kudde schapen terecht kwam. Het enige wat ik toen kon doen is wachten, de schapen liepen zelf om me heen. Het was een mooi gezicht.

De Hefbrug van Boskoop...open
Bij Hogebrug stak Andre een stukje af. Omdat ik niet zeker was van de zaak bleef ik op de weg, liever een stukje om dan met zijn allen op de grond zal ik maar zeggen. Door de Reeuwijkse-plassen waar we nog moesten lachen om een voorval wat Jannes in het verleden er had meegemaakt, reden we via Tempel naar Boskoop. Daar troffen we de hefbrug open aan. En dit duurde niet even. Men was bezig met onderhoud. Net toen we besloten om te gaan omrijden kwam de brug weer omlaag.

Nu was het de tijd voor de "finale". Tegende wind in stormden we op Benthuizen af. Tegen de gewoonte in reden we door de Dorpsstraat om Ed thuis te brengen. Stiekem hoopte we dat hij ons zou uitnodigen om te helpen zijn het bier in zijn koelkast te helpen opmaken, maar helaas.
Terug in Zoetermeer moet ik zeggen dat ik heb genoten van een heerlijk rondje fietsen.

donderdag 10 juni 2010

Elektrische fiets

In de wielerwereld is momenteel grote ophef over “mechanische” doping. Naar verluid zou de Zwitserse wielrenner Fabian Cancelara met een fiets, voorzien van een elektromotor in De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix gereden hebben. Met name Vlaamse ploegleiders staan op hun achterste poten.

Ten eerste vind ik het een raar verhaal. Cancelara, die zelf een motor is, een opgevoerde Zundapp, of een 10kW 3-fase elektromotor heeft zo’n ding niet nodig.

Ten tweede, de batterijen zijn in de finale van zo’n wedstrijd allang leeg, hoewel dit misschien onderuit is te halen gezien de fietswissel die Cancelara net voor het begin van de finale in De Ronde had.

Ten derde, hoeveel kracht heeft zo’n servomotor, wat iets anders krijg je er echt niet in. Zet voor de gein een accutol op je trapas en ga dan de weg op, het moet het zelfde effect zijn.

Tenslotte geloof ik wel dat zo’n fiets bestaat. Het is een Belgische uitvinding uit eind jaren 70. André Franquin, de geetselijk vader van Guust Flater heeft ons er al kennis mee laten maken in een strip, waarbij Guust het hele peloton aan puin rijdt op een col. Wanneer hij naar een dopingcontrolle moet, laat hij onder toeziend oog een van UCI officieel het geheim zien. Toen had de UCI kunnen ingrijpen. Maar ja, zoals altijd loopt deze organisatie altijd 20 jaar achter. Leuk is wel, mocht het verhaal waar zijn, de Belgen zijn beetgenomen met hun eigen uitvinding.

Posted via web from FietspaT

woensdag 9 juni 2010

Trots op de foto


Dit is een foto waar ik erg trots op ben. Zo voor het Centrum Ronde van Vlaanderen, het mekka van het Wielrennen. Een mooie foto van een mooie dag.

zondag 6 juni 2010

Leesbril nodig?


Gisteren zaten we te genieten van een heerlijk bakje Illy toen er een groepje Senioren van onze club aankwamen. Ze keken om zich heen waar ze de fiets kwijt konden, al snel vonden ze een muur. Jammer alleen dat je hier geen fietsen mocht plaatsen. Volgens mij de hoogste tijd voor een leesbril, het bordje is duidelijk genoeg.

zaterdag 5 juni 2010

vrijdag 4 juni 2010

Zadelpijn

Vaak hoor je mensen die op de fiets zitten klagen over zadelpijn. Zelf fiets ik veel kilometers maar van zadelpijn is geen sprake, terwijl de mensen die klagen over zadelpijn vaak korte afstanden rijden. Vaak roep ik dat de oorzaak van de zadelpijn is dat men te langzaam fietst. En daar zit ook een kern van waarheid in. Wanneer je hard fietst zweef je als het ware een beetje boven je zadel. Soms verbaas ik me ook over de vormgeving van de zadels waar de “recreatieve” fietser mee rijdt. Grote dikke exemplaren soms voorzien van een wollen dek tegen de zadelpijn. Ik vermoed dat dat deze mensen niet weten dat een zadel juist klein en hard moet zijn. Maar ja, bekijk eens bij de gemiddelde deelneemster en dan met name het achterwerk, dat kan je zo’n zadel niet aandoen, dat is pas zadelpijn.

Posted via email from FietspaT

woensdag 19 mei 2010

De Gouden Flandrien, het verslag


Afgelopen zondag was het zover, de Gouden Flandrien. Samen met Eelco begaf ik me 's-morgens vroeg over een uitgestorven snelweg langs Rotterdam, Antwerpen en Gent op Oudenaarde aan. Na slechts 2 uur kwamen we in Oudenaarde aan en begaven ons naar het Centrum Ronde van Vlaanderen waar het hoog tijd was voor een een goeie bak Illy. Natuurlijk was ook Freddy Martens aanwezig.


De Gouden Flandrien is de beste manier om te weten hoe het voelt om de Ronde van Vlaanderen te rijden. Om het makkelijk te maken zijn er vanuit het Centrum Ronde van Vlaandern in Oudenaarde drie lussen uitgestippeld langs bekende en minder bekende hellingen en kasseistroken uit de Ronde. De trajecten zijn volledig bewegwijzerd, met zeshoekige bordjes. 


De Oranje lus (72 km) is de kortste, maar zwaarste, met nijdige hellingen als de Kluisberg, Oude Kwaremont, Paterberg, de beruchte Koppenberg, Steenbeekdries, Taaienberg, Eikenberg....


Echte fanaten kunne de drie lussen combineren tot een monstertocht van 260 km. dat is even lang als de wedstrijd zelf, maar nog een pak lastiger. Hier is immers geen sprake van een vlakke aanloop, maar duik je meteen het heuvelachtige decor van de Vlaamse Ardennen in! Goed voor maar liefst 26 hellingen en 30 kasseistroken. Wie dat voor elkaar krijgt mag zich een echte (Gouden) Flandrien noemen!
Omdat we dit nog iets te veel van het goede vonden besloten we ons slechts aan 2 lussen te wagen.

Blauwe lus (75 km)
De Blauwe lus is de meest noordelijke lus. Je krijgt een aantal stevige kasseistoken onder de wielen geschoven, zoals die van Wannegem-Lede, de Paddestraat, de Lippenhovenstraat en Kerkgate. De Molenberg en de Wolfsberg zijn hier de moeilijkste hellingen.We vertrokken vol goede moed in de richting van Nokere. Bij het uitrijden van Oudenaarde reden gingen het over rustige, geasfalteerde wegen door de velden op Nokere aan. Er was nog niets merkbaar van de hel die ons te wachten stond.

10 km - Nokereberg (350 m, 7% max, 5,7% gem)
Bij het inrijden van het dorp kwam alles bekend voor van de TV,  de helling las ons al op te wachten. Steil is deze helling niet, en de steentjes liggen er keurig bij, een mooi opwarmertje eigenlijk.

14 km - Wannegem-Lede (1.900 m)
Hier kwam de eerste echte strook aan bod, de Huisepontweg. Bij het uitrijden van het dorp lette we alleen niet goed op en sloegen links af een verkeerde route in. Gelukkig hadden we onze fout snel door en keerde om, om snel de juiste route te volgen. Deze strook lag er keurig bij en stelde niet echt veel voor. Bekend is wellicht de molen die langs deze weg staat. Snel kregen we Doorn voor onze kiezen, hier lagen de stenen al een stuk schever.

Na Den Ast, een mooie klim, maar niet echt zwaar. De afdaling bracht ons een verassing, een mooie kasseienstrook, hoewel het de bedoeling was dat je het mooie geasfalteerde fietspad nam wat ernaast lag...denk ik.

Door het beroemde dorpje Munkzwalm reden we op Roborst aan daar begon de ellende.

39,6 km - Paddestraat (2.400 m)
De Paddestraat is misschien wel de meest verschrikkelijke stroken. Stenen die schots en scheef liggen, een straak waar je het beste in het midden kan rijden en een weg die nog gemeen omhoog loopt. Dit was genieten. Dat het een monument is blijkt wel uit de vele borden die langs de weg stonden zoals "Stenen liggen zwaar op de maag" of de borden met karikaturen van enkele wielrenners.
Aan het einde van de strook was de eerste bevoorrading. Het assortiment was goed te noemen. 2 soorten sportdrank, bananen, rijstevlaai, chocolade, krenten en zo meer wat je nodig hebt om weer op krachten te komen.






41,2 km - Lippenhovenstraat (1.200 m)
Na de Paddenstraat heb je geen rust, we kregen meteen de 1.200 meter lange Lippenhovenstraat te verwerken. maar daarna kregen we rust. Even geen stroken of hellingen meer. Hoewel de weg steeds licht op en af ging, was het nu makkelijk fietsen. 


58,2 km - Molenberg (460 m, 14,2 % max, 7 % gem)
Net voor de Molenberg kwamen we in eengrote groep terecht. We hadden er al vele zien rijden, meestal met erachter een volgauto, iets wat in België de gewoonste zaak van de wereld is. De voorrijders lette even niet op en schoten zo de Molenberg voorbij. Dit was wel ons geluk, snel schoten we rechtsaf en zagen in een flits een bordje smet de aankondiging van de Molenberg staan. Gelukkig, want ik kon nog snel schakelen. De Molenberg liet meteen zien waar hij toe in staat was met zijn 14% en kasseien. Voor ons stapte een man af die het met zijn triple en een groot blad achter niet meer kon bolwerken. Wij reden eigenlijk relatief makkelijk omhoog. We haalde nog een dame op leeftijd in die, hoewel het niet van zelf ging, wel omhoog fietste.


63,1 km - Kerkgate (3.000 m)
Na een mooie afdaling sloegen we linksaf en was het de beurt aan de Kerkgate. Met zijn zijn 3 km de langste strook in de tocht. En niet overal lagen de stenen er even recht bij, maar zo erg als de Paddestraat was het niet. Aan het einde was het wel even bijkomen, maar daar was tijd voor want er volgde een afdaling.


68,2 km - Wolvenberg (800 m, 17,2 % max, 4,7 % gem)
Misschien wel een hele onbekende helling, maar bij mij staat hij in het geheugen gegrift. Met 17% was het meteen zwoegen, wel over asfalt, maar toch, hij deed de benen goed pijn.


75,8 km - Oudenaarde
De eerste lus zat erop. Inmiddels was het bij het Centrum Ronde van Vlaanderen een stuk drukker geworden. Een Westlander sprak ons nog aan over het feit dat hij trots was dat we op Duell fietsen reden. Tja die Stalen Jannen zijn nou eenmaal gemaakt voor dit soort werk. Terwijl wij netjes aan de koffie zaten, namen de zuiderburen om ons heen genoegen met de donkere pinten. Na het aanvullen van de voorraad gingen we naar de auto. Het was de hoogste tijd om om te kleden. Het "Ochtendgrijs" had ruimte gemaakt voor een zonnetje. Tijd voor de korte broek en armstukken. De wind uit het westen was behoorlijk toegenomen, daar zouden we straks nog een hoop lol van hebben




Groene lus (90 km)
De Groene lus brengt je over de finale van de Ronde. De route voert langs hellingen als de Varentberg, het Foreest, Valkenberg, ten Bosse en uiteraard De Muur en de Bosberg


77 km - Achterberg (1.300 m, 11% max, 5% gem)
We waren Oudenaarde nog niet uit of de eerste helling diende zich al aan, de Achterberg. Niet meteen lastig, maar wel wanneer je koud bent. Eenmaal boven reden we eenstuk op de grote baan, doken een zijweg in waar de top van de Eikenberg lag, deze lieten we verder rechts liggen, maar de steentjes namen we nog wel even mee. Nu zaten we in het Maarkedal. Dit is een prachtig gebied met opvallend goede wegen


80 km - Kapelleberg
Op de Kapelleberg haalde we een koppel Belgen in die, waarvan er één vroeg of we haast hadden. Gevat antwoordde we dat de piepers thuis al op het vuur stonden. In de afdaling naar Schorisse werden we door de twee weer bijgehaald onder het mom van ;"Hier zijn we wel goed in". Een kort moment van niet opletten deed ons verkeerd rijden, we kwamen steeds dichter bij Ronse. Een blik op de kaart leerde ons dat we in Schorisse linksaf hadden gemoeten. Wat beaamd werd door één van de twee belgen, hij had een bordje zien staan.


90 km - Varentberg (800 m, 13% max, 6,1% gem)
Terug in Schorisse sloegen we rechtsaf. De Varentberg stond nu op het menu. De twee belegen lieten we nu achter ons. In snel tempo werkte we de volgende 2 hellingen ook af, de Foreest en Steenberg.


100 km - Haaghoek (2.000 m)
In het dorpje Sint-Kornelis-Horbeke sloegen we rechtsaf. Nu was het de beurt aan misschien wel een andere bekende kasseienstrook, De Haaghoek. Het eerste stuk daal je behoorlijk af, ik wist daar met gemak de 50 km/u aan te tikken. Opvallend is dat je van de kasseien geen last meer hebt, je vliegt er als het ware overheen. Het tweede deel is een serieuze klim, die niet als zodanig in de boeken staat.


102 km - Leberg (1130 m, 13,8% max, 3,1% gem)
Na de Haaghoek sloegen we links af en kregen meteen de Leberg voor onze kiezen die ons naar het hoogste punt van de dag bracht.


110 km - Valkenberg (540 m, 13,8% max, 8,1% gem)
We waren nu in de buurt van Brakel. daar namen we eerste de Valkenberg. Een lastige helling die je door de straten van Brakel omhoog brengt. Maar na ieder klim volgt een afdaling. Ook nu, en nog wel een hele mooie over een brede weg. Zo doken we weer Brakel in. Door het centrum, waar een fan ons nog aanmoedigde, reden we naar de volgende helling.


117 km - Ten Bosse (450 m, 8,7% max, 6,9% gem)
Met de Ronde van Vlaanderen begint het vaak hier, op Ten Bosse. Een rechte klim door de straten van Brakel. Eenmaal boven gekomen volgde een lang stuk over de provinciale weg naar Geraardsbergen. Het laatste stuk werden we weer getrakteerd om een schitterende afdaling waar ik met gemak over de 60 km/u ging. Door het stadje reden we aan op de volgende helling.


127 km - Muur van Geraardsbergen/ Kapelmuur (1.075 m, 19,8% max, 9,4% gem)
Nu kwam misschien wel de meest tot de verbeelding sprekende helling van de dag, de Muur. Niet dat we de echte helling namen (zoals omschreven in het Cot-A-Col boek). We namen de helling net zoals in de Ronde over de Vesting. Daardoor had je op de merkt een stuk om uit te balzen omdat het hier relatief vlak was voordat je de laatste stuk van de muur nam. Eerst rechts het smalle stuk in, en dan met 2 bochten links het steile stuk. Op de top van de Muur gingen we nog rechts voor het stukje Kapelmuur. Eelco kwam als eerste boven zodat hij, met veel kust en vliegwerk, nog een foto van mij kon nemen.
Boven genoten we van het uitzicht over de weide omgeving. We stapte weer op onze fiets en reden verder richting de volgende helling.


131 km - Bosberg (990 m, 11%max, 5,8% gem)
De Bosberg vind ik persoonlijk een stuk lastiger dan de Muur. Wellicht komt het door de lange aanloop op de betonplaten gevolgd door een steil stuk kasseien. Toch viel deze helling goed te verteren. Na de Bosberg reden we door kleine dorpjes op Schendelbeke aan. daar was weer een bevoorrading. Ook arriveerde er het tweede groepje van de 250 km, die jongens deden echt hun best. Achter de bevooradingspost liep de Dender met daarlangs een fietspad waar ik goede herinneringen aan heb. Tijdens onze deelname aan De Gordel "Denderde we daar langs De Dender".


150 km - Eikenmolen (610 m, 12,5% max, 5,9 % gem)
Deze helling stelde na alle geweld deze dag niet veel meer voor, eigenlijk is de naam verkeersdrempel meer op zijn plaats.


159 km - Rekelberg (580 m, 10,9% max, 5,3% gem)
De Rekelberg is een helling die net zou misstaan in de Waalse Ardennen, niet te steil, mooie omgeving, een waar genot. Halverwege stapte Eelco af. Niet omdat het te steil was maar omdat hij iets bij zijn achterwiel voelde. De kasseien hadden toch een slachtoffer geëist in de vorm van een gebroken spaak. Daarom besloten we de laatste kasseienstrook rechts te laten liggen, omdat we deze, de Kerkgate, toch al in het geheel hadden gehad was het niet zo'n ramp. Via doorgaande wegen daalde we af naar Oudenaarde en name daar onze welverdiende bidon in ontvangst. De deelnemers die de 250 km hadden volbracht hadden het recht op een mooi Gouden Flandrien wielershirt. Wellicht is dit voor volgend jaar.

zondag 16 mei 2010

Gouden Flandrien 2


Daar staat wat je moet doen

Gouden Flandrien 2


En ik voor het centrum

Gouden Flandrien 2


Doorn

Gouden Flandrien 2


En nogmaals net Eelco

Gouden Flandrien 2


De strook der stroken "de Paddenstraat"

Gouden Flandrien 2


Met Eelco

Gouden Flandrien 2


Nu dichterbij

Gouden Flandrien 2


Uitzicht vanaf de Kapelmuur

Goudem Flandrien


Daar ligt het CRVV

Goudem Flandrien


Eelco voor voor het centrum

donderdag 13 mei 2010

maandag 10 mei 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

Giro 2010

zondag 9 mei 2010

Girokoorts


Nu de Giro d'Italia in het land is lijkt alles wel rose. Inmiddels is de mascotte ook bij ons in huis.

zaterdag 8 mei 2010

Henkie-de-Handelaar


De renners van de Italiaanse ploegen reden zich geconcentreerd op de rollen warm voor de proloog. De blauwe tijdrit Pinalrello's glommen aan alle kanten, zoals dat alleen bij Italianen kan. Tot in alle details hadden, de mecaniciens,  Toni en Mario de fietsen gepoetst. De tandwielen glommen je tegemoet. Antonio. De ploeg hoefde over belangstelling niet te klagen. Vele mensen bekeken de verrichtingen. Ook de ploegleider, Georgio, stond vol trots te naast de ploeg. Georgio glom bijna net zo veel als de fietsen van zijn renners.

Steeds als er een blonde dame langsliep deed met name de kopman, Antonio, een trap extra. Vanochtend had hij zijn benen maar eens extra geschoren. De benenbruiner die Mama had meegegeven bewees zijn diensten. De verzorger, Luigi, had de benen nog eens extra ingesmeerd met olie zodat deze net zo glommen als de fietsen.

Antonio vond het wel genoeg. Hij stapte van zijn fiets en trok zich terug in de bus. Toni haalde de fiets van de rollen, haalde er nog maar eens een doekje langs het blauw Pinarello frame, deed nog een poetsbeurt langs alle Campagnolo onderdelen en zette de fiets tegen de bus.

Henkie-de-Handelaar, een in de buurt bekende zwerver, liep het terrein op waar de wielerploegen waren opgesteld. Met zijn bakfiets, die hij in een verleden eens had geleend, reed hij het terrein op waar de wielerploegen stonden opgesteld. Totaal niet op de hoogte van wat er aan de hand was, keek Henkie-de-Handelaar naar het circus om zich heen. Henkie-de-Handelaar gaf zijn ogen goed de kost, voor het geaval er nog handel was. Zo kwam hij bij de bus van een Italiaans ploeg. Met bewondering keek hij naar de fietsen. Ze glommen alle kanten uit. Henkie-de-Handelaar zag meteen handel. Zo'n karretje zou al gauw € 25 opbrengen bij Gluiperige Gerrit. Hoewel, hij kon zo'n fiets ook voor zich zelf houden. De Bakfiets had hij inmiddels wel gehad, dat ding reed met de dag zwaarder.


Henkie-de-Handelaar de kon zijn geluk niet op. Één van de renners stapte van zijn fiets, terwijl een andere man de fiets zo voor zijn neus stalde. Henkie-de-Handelaar bekeek het karretje nog eens goed.

Het was de hoogste tijd voor Antonio om te starten. Hij stapte de bus uit en liep blindelings naar de plek waar Toni zijn fiets altijd neerzette. In het publiek zag Antonio een hoogblonde dame, terwijl hij naar de dame bleef kijken stapte hij op zijn fiets. Antonio had veel problemen met het inklikken van zijn pedalen.  
Antonio hoopte dat hij geen modderfiguur zou slaan tegenover de blonde dame die met een grote glimlach naar hem keek. Antonio keek vooruit en stond toen oog in oog met een berg afval.

In een steegje, even verderop toonde Henkie-de-Handelaar zijn nieuwe fiets aan Leipe Loek en Dronken Dries.