Pages - Menu

maandag 29 maart 2010

De Terugweg

Na een week vakantie was het weer tijd om terug te gaan naar huis. Net zo als de heenweg zou dit weer op de fiets gebeuren. Na een goed stevig ontbijt, stapte ik omstreeks elf uur op de fiets, de meisjes, die nog een weekend zouden blijven, achterlatend. In tegenstelling tot de heenweg zou ik nu onder Amersfoort en Utrecht doorgaan, globaal had wel een route in mijn hoofd, althans wat plaatsnamen. Onderweg zou ik wel kijken wat de wegwijzers me brachten. Vanaf het park reed ik nu richting Kootwijk, eerst langs een drukke brede weg, maar na het passeren van de snelweg werd het al een stuk aangenamer. Een mooie weg slingerde zich door het bos en als snel liet ik de bossen achter me en kwam in de Gelderse Vallei.
Bij het gehucht Essen besloot ik al meteen vanaf de geplande route af te wijken, in plaats van Barneveld koos ik nu voor Lunteren. Via mooie wegen, die zich door het landschap slingerde volgde ik de paddestoelen naar Lunteren. Net voor Lunteren zag ik aan mijn linkerhand nog de Goudsberg liggen, een klm waar ik nog goeie herinneringen aan heb. Eenmaal in Lunteren was het even zoeken naar de juiste weg. In het hele dorp was geen wegwijzer voor fietsers te bekennen, zelfs de overige wegwijzers waren erg schaars. Maar met wat gokken kwam ik op de weg naar Ederveen. Zo snel als ik het dorp in reed, zo snel was ik er ook weer uit, op weg naar Renswoude. Dit plaatsje bezit een opvallend groot kasteel en een bijbehorende koeplkerk die hoog boven de huizen uitsteekt.


Km 40: Valleikanaal nabij ScherpenzeelVanaf Scherpenzeel volgde ik een paar knooppunten om zo, inclusief een stukje Valeikanaal in Maarsbergen uit te komen. Zo was ik met nog geen 50 km op de teller al vanaf hartje Veluwe op de Utrechtse Heuvelrug aanbeland. Na Maarn swas er wat klimwerk voor me weggelegd in de vorm van de Maarnseberg, een bekende klim die in vele tochten zit, maar ik vanaf deze zijde nog niet vaak heb beklommen. Door Driebergen-Rijssenburg heen ging ik op Odijk aan. Dit gebied rondom de Oude Rijn is altijd de moeite waard. er staan zeer veel landhuizen die zeer de moeite waard zijn. Na Odijk nam ik de kortste en ook saaiste weg richting Nieuwegein, langs de A12. Er as wel een alternatief, maar dat was een paar kilometer om, iets waar ik nu echt geen zin in had.




Km 102: Reeuwijkse plassenDe route die ik nu nam had ik in het verleden wel vaak tegengesteld gereden, maar nu was het toch wel wat zoeken. De omgeving hier was ook te genieten, langs Fort Vechten reed ik op Nieuwegein aan. Voor de volgende keer weet ik dat ik een verkeerslicht minder kan nemen. Na de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal reed ik Nieuwegein binnen, of meer het oude dorp Jutphaas. Vanaf hier nam ik de Nedereindseweg, een lange weg door de polder met vele boerderijen eraan. De kilometers schoten nu lekker op. Montfoort en Oudewater schoten voorbij. Net na Oudewater nam ik een smal pad richting de Ruigeweide om zo naar de Reeuwijkse plassen te gaan. Op zo'n vrijdagmiddag was het opvallend stil in de plassen, ik genoot van de omgeving en de rust. Snel zette ik koers naar Boskoop, niet omdat ik zo graag in dit dorp kom, de fietspaden die hier zijn aangelegd zijn echt te gek voor woorden, als het even kan rij ik eromheen, maar ja, je moet ergens de Gouwe over.
Na Boskoop volgde ik de Hoogeveenseweg, een kaarsrechte weg. met tegenwind richting Benthuizen. Ondanks de kilometers die ik al in de benen had ging dit opvallend makkelijk, wellicht door het lichte verzet met het hoge beentempo wat ik deze rit heb gereden. Eenmaal Benthuizen voorbij was ik eigenlijk al thuis. Met 124 km op de teller in 4u45m stapte ik, niet eens moe of zere benen van de fiets. Al met al was het een geslaagde rit, vol goede moed was ik klaar voor de volgende dag, dan stond de 115 km lange Hobbeltjestocht op het menu, maar daarover later meer.


dinsdag 16 maart 2010

Verkenning Hobbeltjestocht

Trainingsmaatje voor 30 minutenAl enkele jaren fietsen we bij de Toervereniging de Hobbeltjestocht. Dit is een fietstocht met daarin zoveel mogelijk hobbeltjes. Een hobbel kan van alles zijn, een brug, een dijk of een duin. Van die duinen hebben we er genoeg in de omgeving, daarom dat de tocht eigenlijk niet veel verder komt dan Den Haag en Noordwijk. Ieder jaar probeer ik weer een nieuw hobbeltje erin te doen. Omdat ik weer de nodige ideeën had was het zaak  de boel op de fiets te verkennen.

Afgelopen zondag stapte ik op de fiets om een deel van de route te verkennen. Ik had veel geluk, van de beloofde regen kwam niet veel terecht. Via Stompwijk en Vlietland reed ik op Wassenaar aan. Echt veel tempo zat er niet in maar een achterop komend groepje bracht verlichting. Ik haakte mijn karretje aan en reed met een gangetje van rond de 30 km/u op Wassenaar aan. Grappig was te constateren dat ook dit groepje exact de zelfde route volgt naar Meijendel als wij altijd doen. Boven bij de Parkeerplaats sloeg ik links af om "De Piek" te beklimmen. Via het fietspad 10 reed ik op Den Haag aan. Daar nam ik achtereenvolgens de Hubertusduin en de Belvedere of Duinweg. Dit is wellicht de enige klim die bij sneeuwval afgesloten kan worden, gezien de slagbomen aan het begin en het eind.

Nu ging het niet richting Boulevard, maar omdat ik iets op de kaart had gezien reed ik richting de Doornstraat. Daar vond ik inderdaad wat ik zocht. Een duintop midden in een woonwijkje. Helaas zijn de paden die er omhoog lopen voetpaden en voorzien van hekken. Jammer, want de steigingspercentage's waren echt leuk.

Altijd mooi: de Woeste HoogteLangs de haven reed ik naar de Woestehoogte. Dit is een berucht stukje Scheveningen, vandaar de naam. Deze klim reed ik 2 jaar geleden met Eelco en Martijn terwijl we een sneeuwbij over ons heen kregen. Door de klinkertjes en de wind die vrij spel heeft is dit wel één van mijn favorieten.

Na de afdaling reed ik door het oude dorp Scheveningen op de Zeeweg aan. Een korte, maar heftige klim die vele de eerste keer deed verbazen.
Omdat men momenteel druk bezig is met de Boulevard, anders gezegd, er een heel stuk Boulevard is verdwenen, moest ik de route omleggen richting de Seinpostduin. Deze hobbel is wel één van de toppers in de route.
Seinpostduin


Als je de foto goed bekijkt zie je het hoogteverschil wat je bij deze klim overbrugt. Nu had ik genoeg gespeeld in Den Haag en was het de buurt aan Katwijk. Door de duinen reed ik o.a. via de Prinsenberg, waarover in de biografie van Michael Boogert wordt geschreven naar Katwijk. Daar sloeg ik nu rechts af, reed via de Nachtegaallaan, wat valsplat over klinkers wat omhoog gaat. Vandaar ging ik naar mijn meest recente intdekking. Midden in katwijk licht een villawijkje op een duintop. Via 3 kanten kan je er omhoog. Dit is met recht een echte hobbel. Grappis is dat niemand het kent, dat brengt altijd weer de nodige verassingen mee.
Erasmusweg, altijd mooi



Nu ging het op Noordwijk aan. Hier is een echte speeltuin. Met veel draaien en keren kan je hier heel wat hoogtemeters wegtrappen. Via de Coepelduyn, waar een auto net met keren begon terwijl ik kwam aanrijden, en de Javaweg, reed ik naar de Erasmusweg. Dit is een serieus geval. Je denkt dat je er bent, wanneer je een knikje doorkomt zie je dat je het steilste stuk nog moet krijgen.

Nu nam ik ook de moeite om eens wat nieuwe hobbels in Noordwijk op te nemen. Zo deed ik de Spinozaweg aan. Onbekend omdat deze paralel loopt met de Erasmusweg, maar daarom niet minder leuk om te doen.

Nu wist ik wel wat ik wou weten. Rustig reed ik op Katwijk aan, nam nog een heuvel op het duintje en ging nu voor de wind de kortste weg naar huis.
Daar aangekomen zag ik 90 km op de teller staan en 400 hm. Dat laatste neem ik met een korrel zout. Al met al moet ik concluderen dat de Hobbeltjestocht van 27 maart a.s. er weer mag wezen. Wellicht niet zo zwaar als voorgaande jaren, maar dat is met de winter die we achter de rug hebben niet zo'n enorme ramp. 115 km met draaien en keren is wel genoeg.